Skip to main content

Elsloo in de Tweede Wereldoorlog

  • Afbeeldingen | Bron ©: B. van Bronkhorst, Willem Pesch, Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters, onbekende Duitse bronnen

Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.


+ 1. Maak hier  uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren.Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.

+ 2. Klik hieronder op de play-button om de gehele tekst in uw gekozen taal te laten voorlezen. Dezelfde knop kan ook gebruikt worden om het voorlezen te stoppen:
{Play}

De Duitse aanval

In de vroege ochtend van 10 mei 1940 werden de inwoners van Elsloo rond 04.00 uur gewekt door het geluid van vele formaties Duitse vliegtuigen die van oost naar west vlogen. Om 04.45 volgde een ontploffing, de brug was door het Nederlands leger opgeblazen en viel in twee stukken in het kanaal.

Inmiddels reed vanaf Beek de “vorausabteilung” van de 18e infanterie divisie van het 6e Duitse leger het dorp binnen. Die afdeling had opdracht om op 10 Mei de kanaalbrug in Elsloo bij verrassing in te nemen en de Nederlandse bezetting te overrompelen. Om vervolgens tussen Elsloo en Hussenberg (Geulle) de Maas over te steken en door te stoten naar de Zuid-Willemsvaart, die over te steken en een bruggenhoofd te vormen voor de volgende troepen die te voet zouden komen.

Voor Elsloo was de Tweede Wereldoorlog nu ook een feit. Op twee punten werden 37mm anti tank kanonnen opgesteld en zes grote en een tiental kleine rubberboten aangevoerd. De Duitsers vertelden de inwoners dat ze gekomen waren om hun te beschermen tegen Engeland. Na het beschieten van de kazematten S53 en S54 met de anti-tank kanonnen, waarbij de Nederlandse soldaat Harry Bremmers sneuvelde, staken de Duitsers in rubberboten het kanaal over en dwongen de hele Nederlandse sectie tot overgave.
De bunker op Belgisch grondgebied werd door de Duitsers ingenomen door met 2- en 8-persoons rubberboten bij de Oude Maas over te steken en de bunker van achter aan te vallen.

Intussen ging aan Elsloo’s zijde van het kanaal het overzetten aanhoudend door. Voor de infanterie werd een voetbrug over het kanaal gebouwd en werd op deze manier over het kanaal gebracht.
De Duitsers hadden ondertussen met een list (ze waren verkleed als Nederlandse soldaten) de bruggen van Stein, Urmond en Berg ingenomen. 

In Elsloo moesten de gevangen genomen Nederlanders nog tot rond het middaguur wachten, voordat zij met hun gesneuvelde makker Harry Bremmers naar het bivak werden gebracht en om 14.00 uur naar huis werden gestuurd!
De Duitsers waren toen al begonnen met de bouw van een pontonbrug over de Maas, die een gewicht had van 8 ton. Dit karwei was om 01.00 uur op 11 mei geklaard en direct werd begonnen met het overbrengen van de gevechtstroepen van de divisie. Zij moesten diezelfde dag ook nog het Belgische Albertkanaal oversteken. Doordat de opgeblazen brug in Elsloo onbruikbaar was, moesten de gemotoriseerde onderdelen en de paarden met karren via de brug van Stein naar de pontonbrug in Elsloo gaan.

De Duitse 18e divisie trok vervolgens met 14.000 luid zingende infanteristen, aangevuld met 6.000 paarden met karren en kanonnen in vier dagen de Maas over. Daarna werd de brug afgebroken. Na de doortocht van de Duitsers en het opruimen van het achtergebleven materiaal en de begrafenis van soldaat Bremmers breekt voor Elsloo een nieuwe fase van de Tweede Wereldoorlog aan, die van de bezetting.

De bezetting

De bezetting was voor de inwoners van Elsloo een periode van schaarste, bonnensysteem, spertijd, verduistering, dwang, strenge regels, angst, bombardementen, luchtgevechten, tewerkstelling, het verbieden van recreatiemogelijkheden, schuilkelders etc. Maar ook een periode van verzetsdaden. Er waren lokale verzetsgroepen die onderduikers hielpen, sabotagedaden uitvoerden enzovoorts. Maar er was in de Maasdorpen ook een landelijke verzetsgroep actief die neergeschoten piloten naar Spanje smokkelde door deze in Meers over de Maas te zetten.

Tot begin 1943 was Duitsland aan de winnende hand wat enkele dorpsgenoten deed besluiten om partij te kiezen voor Duisland. Dit bracht weer onderling wantrouwen teweeg.

De bevrijding

Na de landing in Normandië (met de codenaam operatie Overlord) vanaf 6 juni 1944, werd in de bezette gebieden het nieuws van de oprukkende Amerikanen en Engelsen door de inwoners via verboden radio’s en illegale kranten op de voet gevolgd.

Op 17 september 1944 was het eindelijk zo ver. Een pantserdivisie van het 1st Amerikaanse leger, bijgenaamd “Hell on Wheels” had vanuit Maastricht via de Rijksweg Beek bereikt. Een hiertoe behorende verkenningseenheid de Reconnaissance Company 67 Armored Regiment van de CCB (Combat Command B) verscheen aan de avond aan de voet van de Maasberg in Elsloo, maar deze keerden terug naar Geulle. De volgende dag, op 18 september, kwamen ze terug om Elsloo, Stein, Meers, Urmond en Berg aan de Maas te bevrijden. Daarna stokt de opmars bij de frontlijn Susteren-Roermond-Venlo, waar de bevrijding pas tussen januari en maart 1945 een feit wordt.

De laatste dagen voor de bevrijding waren voor de inwoners angstige dagen geweest. Duitse soldaten staken massaal voor de naderende Amerikaanse troepen de Maas over om naar Duitsland te vluchten. Een 30-tal Duitsers werd door de inmiddels door het verzet opgerichte Ordedienst opgepakt en in de kelder van de lagere school opgesloten. De uitgeputte, hongerige soldaten stalen alles wat ze gebruiken konden: eten, burgerkleren, fietsen en paarden.

De in de schuilkelders gevluchte inwoners waren doodsbenauwd voor wat zou kunnen gebeuren als een Duitser zijn zelfbeheersing zou verliezen. De terugtrekkende Duitsers hadden en passant de resterende bruggen over het Julianakanaal opgeblazen, samen met een 7-tal schepen in een bocht van het Julianakanaal. Toen de Amerikaanse troepen Elsloo bereikten, waren alle Duitsers verdwenen en daardoor hebben hier bij de bevrijding geen gevechtshandelingen plaats gevonden.

Inkwartieringen

Nadat Zuid-Limburg tot aan Born bevrijd was, stopte de opmars van de Amerikanen en Engelse troepen. Bevoorradingsproblemen, sterke stellingname door de Duitsers en het verliezen van de slag om Arnhem, deed de legerleiding besluiten om in Zuid-Limburg te hergroeperen en het hele gebied in te richten tot één groot legerkamp.

Het 1ste leger werd ondertussen afgelost door het 9e leger. Vanuit Maastricht, waar het hoofdkwartier was, organiseerde men operaties tegen de Siegfriedlinie rond Aken en in het Hürtgenwald ten zuiden van Aken. De Amerikaanse soldaten werden ingekwartierd in scholen, kloosters, danszalen, gemeenschapshuizen etc.

Maastricht, Valkenburg en Heerlen werden “restcentre” (ontspanningscentra voor de frontsoldaten). Ook van de gebouwen van de mijnen werd druk gebruik gemaakt; zoals voor de opslag van legergoederen, gebruik van wasgelegenheden etc. De inwoners waren blij met de aanwezigheid van de Amerikanen en deelden mee in de voedselverstrekking aan de soldaten.

In de eerste helft van november 1944 vertrokken de Amerikanen uit Elsloo en de rest van de Westelijke Mijnstreek. Ze werden door Engelse legereenheden opgevolgd. In tegenstelling tot de Amerikanen werden de Engelse troepen wel bij de inwoners ingekwartierd.

In december werd het buurdorp Meers ontruimd om de Amerikanen en Engelsen te laten oefenen voor het oversteken van de Rijn in Duitsland. Na afloop van de oefeningen keerden de mensen van Meers terug naar hun door de soldaten zwaar beschadigde huizen en vernielde inventaris.

Er werden ook warme vriendschapsbanden met de soldaten aangegaan. De vrouwen en meisjes uit Elsloo stopten honderden paren sokken voor de soldaten. In februari 1945 vertrokken de Engelsen naar Duitsland en werden ze opnieuw vervangen door Amerikaanse eenheden die verantwoordelijk waren voor het vervoer en aanvoer van brandstof en ander materieel. Dit waren afro-Amerikanen van de 3675th Quartermaster truck Company (Coloured) of 9th US ARMY.
In maart vertrokken deze naar Duitsland. Lokale vrijwilligers, de stoottroepers, sloten zich bij de Amerikanen aan en trokken ook naar Duitsland. Met het vertrek van de laatste Amerikanen en de uiteindelijke Duitse capitulatie op 8 mei brak voor Elsloo en de rest van West-Europa een periode van vrede aan die tot heden duurt.

In augustus 1945 werd de bevrijding en het verslaan van Duitsland uitbundig in de Maasdorpen gevierd. De staat van oorlog met Duitsland werd overigens pas in 1951 afgesloten. Nederland  eiste nog tevergeefs annexatie van aanzienlijk Duits grondgebied als compensatie voor geleden schade; lees hier  --->

Wederopbouw

Na de oorlog moest de Westelijke Mijnstreek zich herstellen en de herinneringen aan deze zware periode een plek geven. Het verwerkingsproces was niet altijd gemakkelijk, maar de gemeenschap heeft haar veerkracht getoond door samen te werken aan een nieuwe toekomst. De oorlogservaringen blijven echter een belangrijk onderdeel van de lokale geschiedenis en identiteit. 

+ Maak kennis met de oorlogscollectie van Harie Rouvroye ⇢

+ Lees het boek "Herinneringen aan oorlog en bevrijding in de Maasstreek" Harie Rouvroye 1995 ⇢

+ Lees het gedenkboek over 75 jaar bevrijding gemeente Stein "Op het netvlies gebrand" diverse schrijvers 2020 ⇢

+ Chronologisch overzicht bevrijding ⇢

 

Grenswacht Elsloo

Klik op afbeeldingen voor vergroting.

Blik vanaf de Maasberg op kazemat S53 aan de overkant van het Julianakanaal

Duitse eenheid kijkt vanuit de Maasberg naar kazemat S53

Marsroute van een Duitse eenheid richting België

Historiehuis Duitse Inval 08

Kaartje met weergave van de verdedigingswerken S52-53 en 54 alsmede de loopgraaf en de plaatsen van het Duitse geschut. De zwarte stippellijn met pijl geeft de weg aan van de Duitse overvallers.

Historiehuis Duitse Inval 10

Opgeblazen brug over Julianakanaal te Elsloo, mei 1940, foto vanaf noorden genomen (Foto uit collectie Willem Pesch)

Historiehuis Duitse Inval 02

In eerste instantie wordt de Duitse infanterie met rubber bootjes over het kanaal gezet; later wordt er een voetbrug aangelegd.

Historiehuis Duitse Inval 11

Duitse eenheid tussen Julianakanaal en Maas bij Elsloo

Historiehuis Duitse Inval 12

Pontonbrug over de Maas bij Elsloo

Pontonbrug over de Maas tussen Elsloo en Kotem (uit de collectie oorlogsfoto's van B. van Bronkhorst uit Limbricht)

 Pontonbrug over de Maas tussen Elsloo en Kotem (uit de collectie oorlogsfoto's van B. van Bronkhorst uit Limbricht)

 

Historiehuis Duitse Inval 05

De huidige toestand van kazemat S54

Historiehuis Duitse Inval 07

 


Gesneuvelde soldaat Harrie Bremmers

Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina. 


+ 1. Maak hier  uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren.Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.

+ 2. Klik hieronder op de play-button om de gehele tekst in uw gekozen taal te laten voorlezen. Dezelfde knop kan ook gebruikt worden om het voorlezen te stoppen:
{Play}

Het verhaal van de gesneuvelde soldaat Harrie Bremmers

Door de dreiging van een Duitse inval en de strategische waarde van het Julianakanaal werden langs het hele Julianakanaal bunkers gebouwd, kazematten genaamd. Zo ook in Elsloo, alwaar zich op de eerste dag van de inval een drama voordeed waarbij de Limburgse soldaat Harrie Bremmers uit Linne om het leven kwam. Zijn officiële roepnaam was Henri, maar hij werd Harrie genoemd en naar goed Limburgs gebruik werd dat uiteindelijk "Harie".

Historiehuis QR Harrie Bremmers

Kazemat S53 in Elsloo
Tijdens de Duitse aanval op de Nederlandse stellingen aan de westzijde van het Julianakanaal, bevonden zich in de kazemat S53, gelegen aan de overkant van het kanaal tegenover de Maasberg, drie soldaten te weten: Soldaat Felix, soldaat Harie Bremmers en soldaat Keulers. Deze laatste heeft later bij de veldwachter Rouvroye thuis in detail verteld wat er zich op 10 mei 1940 in de bunker heeft afgespeeld.

Zijn relaas was als volgt:
Harrie Bremmers stond achter de mitrailleur, met een knie op een bankje. Een soldaat bediende de afzuiginstallatie en de andere keek door een schietgat naar buiten. Men moet weten dat de stalen platen van de schietgaten nog in de menie grondverf stonden. Voor 15 mei konden die niet geschilderd worden vanwege het vocht in de lucht...
Soldaat Felix zag de overmacht van Duitsers aan de overkant en riep: “ich ben weg, ut is gescheete” (ik ben weg, het is voorbij) en kroop door de ingang naar buiten. Direct volgde een inslag, soldaat Keulers van de luchtverversing sloeg tegen de grond en Harrie viel zwaar getroffen op hem. Volgens Keulers was Harrie op slag dood. Toen volgden nog twee inslagen. De scherven werden door het lichaam van Harrie opgevangen, wat waarschijnlijk Keulers' leven heeft gered, maar hij raakte wel zwaar gewond door de scherven.

De Duitsers hadden door het schietgat voor de mitrailleur drie granaten naar binnen gevuurd. Tegenvuur hadden de soldaten overigens niet kunnen geven. De mitrailleur was bedoeld voor het bestrijken van het kanaalvak naar de brug en kon niet omhoog gericht worden om de Maasberg te beschieten.
De aanval werd verder ingezet door Duitsers die halverwege de brug en de Maasberg met rubberboten het Julianakanaal oversteken en die de soldaten in de stellingen aan de overzijde verrassen.

Blik vanaf de Maasberg op kazemat S53 aan de overkant van het Julianakanaal

Duitse eenheid kijkt vanuit de Maasberg naar kazemat S53

De Duitsers stelden twee rubberboten ter beschikking om Harrie, die op een brancard naast de kazemat lag, naar de overkant van het kanaal te brengen. Nadat iedereen overgezet was, droegen vier Nederlandse soldaten hun overleden strijdmakker Harrie Bremmers de Maasberg op. Voor en na de drager liepen nog een veertigtal Nederlandse soldaten alsmede de kapitein en de adjudant, die vanuit Geulle poolshoogte was komen nemen, maar al voor een voldongen feit kwam te staan.
Harrie werd door de zusters in het patronaat (een kerkelijk dorpshuis) afgelegd en opgebaard. Hij lag er vredig bij, had zwarte puntjes van de ontploffing in zijn gezicht en zijn bovenlichaam was afgedekt met een deken (waarschijnlijk was hij vol in de borst getroffen). Binnen drie dagen moest hij begraven worden. Alle soldaten hebben een voor een met een saluut afscheid van hem genomen. In de St Augustinuskerk werd een uitvaartdienst voor hem opgedragen en daarna is hij op het oude kerkhof in Elsloo begraven. De grafsteen werd door zijn strijdmakkers betaald. Hier rust Harrie nog tot op de dag van vandaag.

+ Meer over de Duitse inval in Elsloo ⇢

+ Gedetailleerde beschrijving over de inval in Elsloo in het boek "Op het netvlies gebrand" ⇢

Foto: graf van soldaat Henri (Harrie) Bremmers op het kerkhof bij de Sint Augustinuskerk te Elsloo. Harrie werd op 8 mei 1905 in Ool gemeente Herten geboren en overleed twee dagen na zijn verjaardag in 1940.

Nasleep voor de familie Bremmers
De gevolgen van het overlijden van Harrie voor het gezin Bremmers; drie kinderen, waarvan een nog geboren moest worden, waren enorm en wordt door de familie nog steeds gevoeld. Er sneuvelde geen soldaat, maar een echtgenoot, vader, broer, oom en opa.

Harie Bremmers was getrouwd met Martha Linssen uit Linne. Na hun trouwen op24.04.1933 gingen ze in Linne wonen aan de huidige Rijksweg. Harrie zelf was geboren en getogen in Ool.

Zowel in Linne (gedenkplaat kerkhof Linne ) als in Herten (oorlogsmonument ) wordt hij herdacht. In Elsloo is zijn graf en zijn naam wordt vermeld op de gedenkplaat op de Servaasbrug in Maastricht.

 

Historiehuis QR Harrie Bremmers 01