Skip to main content

De aanleg van het Julianakanaal

  • Afbeeldingen | Bron ©: Stadsarchief Gemeente Amsterdam / Collectie Paul Guermonprez (1908-1944) Willem Pesch, Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters, YouTube, rawpixel.com

Rond de eeuwwisseling moderniseerde de Limburgse mijnindustrie en nam de productie van steenkool een vlucht. De behoefte aan goedkoop transport naar het noorden leidde in 1921 tot de beslissing het Julianakanaal te graven. Om politieke redenen werd besloten om het nieuwe kanaal op Nederlands grondgebied en parallel aan de bestaande Maas te graven, zodat het tracé door het relatief vlakke Maasdal aangelegd kon worden.
Op 22 oktober 1925 stak de toen 16-jarige prinses Juliana de eerste schop in Limmel in de grond, als symbolische start van de aanleg van het naar haar vernoemde kanaal.

Wat vooraf ging

Rond de eeuwwisseling werd het opnieuw bevaarbaar maken van de Maas steeds belangrijker aangezien de mijnindustrie in Zuid-Limburg zich door modernisering steeds verder ontwikkelde. De productie nam toe en de afvoer van steenkool over water werd belangrijk. In 1906 werd een Nederlands-Belgische commissie van waterstaatsingenieurs benoemd, die als taak kreeg het bevaarbaar maken van de zogenaamde Grensmaas te onderzoeken. Met name het 35 kilometer lange gedeelte tussen Maastricht en Maasbracht, waar de rivier de grens vormt tussen Nederland en België. Deze ‘Commission Mixte’ presenteerde in 1912 haar eindverslag.

Door het uitgraven van de bestaande rivier en het aanleggen van verschillende waterbouwkundige werken zou scheepvaartverkeer over de Maas mogelijk gemaakt kunnen worden. Van de aanleg van een nieuw, apart kanaal was in dit plan nog geen sprake. Door moeilijkheden in de samenwerking met België en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog raakten de plannen voor het kanaliseren van de Grensmaas uit beeld. Een van de zaken die speelden was de concurrentiestrijd tussen Antwerpen en Rotterdam. België wilde alleen aan de kanalisatie van de Maas meewerken als Nederland zou toestemmen in de aanleg van een kanaal naar het Ruhrgebied.

Om de kolen uit de Limburgse staatsmijnen af te voeren was een snelle en vooral betrouwbare verbinding over water essentieel. In 1921 werd besloten het Julianakanaal te graven, om politieke redenen op Nederlands grondgebied en parallel aan de bestaande Maas, zodat het tracé door het relatief vlakke Maasdal aangelegd kon worden. 

Het was voor het eerst dat in Limburg zo’n grootschalig kanaal werd gegraven en dat nog wel in heuvelachtig gebied. Het ontwerpen van een nieuw kanaal door het heuvellandschap was voor de ingenieurs van Rijkswaterstaat een flinke uitdaging onder andere omdat een groot deel van het kanaalpeil hoger zou komen te liggen dan de grondwaterstand en een tracé van zo'n 7 km lag boven het zogenaamde zakkingsgebied van de staatsmijn Maurits. Daarbij moest bij Elsloo het kanaal 26 meter diep ingegraven worden, waarbij ook nog eens drijfzand werd aangetroffen.

Er waren overigens nog twee zijkanalen gepland. Een vanuit Stein (door het Meldert, tussen Stein en Elsloo) naar Nuth. Hier zou dan een haven komen voor de mijnen in de Oostelijke Mijnstreek. En een zijtak vanuit Born naar Sittard waar een haven voor de staatsmijn Maurits zou komen. Deze plannen vonden geen doorgang vanwege de hoge kosten. Uiteindelijk heeft men besloten om in Born een kolenhaven te bouwen en die per spoor met de Oostelijke Mijnstreek te verbinden. Voor de mijn Maurits kwam een aparte kolenhaven in Stein.

historiehuis QR aanleg julianakanaal kaart 05B

In het najaar van 1924 krijgt men in Elsloo voor het eerst te maken met de voorbereidingen van de kanaalaanleg. Men begon met op verschillende plaatsen grondboringen uit te voeren. Klik op de kaart voor meer info.

Elsloo 1925 voor de aanvang van een van de grootste veranderingen in de duizenden jaren oude geschiedenis van het Maasdorp. Klik op de kaart voor meer info.

Mooie luchtopname van de omvang van de aanleg. Achter de kerk is ongeveer 1/3 deel van het dorp verdwenen. Rechts naast de kerk zien we op de hoek Café Neerlandia (nu De Dikke Stein) en langs de Scharberg staan directie-en werkketen, een smederij en keten voor de arbeiders, “polders” genoemd.

De doorgraving is een feit in 1930. Links naast en achter de kerk staan nog alle huizen, de school en het gemeentehuis...maar niet voor lang meer.

De doorgraving in Elsloo

Eén van de grote technische problemen waarvoor Rijkswaterstaat een oplossing moest zoeken, was de uitgraving van de Scharberg bij Elsloo. Om de lengte van de uitgraving beperkt te houden, werd het tracé hier dicht langs de Maas gelegd. Door de korte afstand tussen Maas en Julianakanaal werd gevreesd voor afschuiven van de berg naar de Maas. Er werden daarom twee alternatieve tracés aan het originele plan toegevoegd, maar die losten het probleem niet op. Integendeel, de lengte van de doorgraving zou alleen maar groter worden en uit grondboringen bleek dat er over een langere afstand boven drijfzand gegraven zou moeten worden. Er werd daarom besloten het eerder ontworpen tracé langs de Maas aan te houden, inclusief de doorsnijding van de Scharberg.

Met de doorgraving van de Scharberg moest het dorp Elsloo voor een deel afgebroken worden. De kerk, voorheen het middelpunt van het dorp, kwam daardoor aan de rand van het kanaal te staan. De sloop van 43 woningen, het gemeentehuis en de school leverde weinig weerstand op bij de bewoners. In Elsloo verschijnen de “schatters” , die namens Rijkswaterstaat de waarde van de grond en huizen moet vaststellen. De hoge vergoedingen voor de onteigening en de werkgelegenheid die gepaard gingen met de aanleg zorgden ervoor dat de helft van het dorp zonder veel ophef van de kaart verdween.

Historiehuis QR wonen rond 1900 13

Elsloo op de berg 1930

Uit de overlevering van gemeente-ambtenaar Guus Eussen
Omdat het kerkbestuur van Elsloo naar de mening van het rijk een te hoge vergoeding voor het kerkgebouw vroeg, besloot het rijk de oorspronkelijk geplande vaargeul van het kanaal in westelijke richting te verleggen, waardoor de kerk bleef staan. „Dat is ons geluk geweest, want met de kerk waren ook het kasteel, het park, de Schippersbeurs en de oude brouwerij afgebroken". 

In het najaar van 1924 krijgt men in Elsloo voor het eerst te maken met de voorbereidingen van de kanaalaanleg. Men begon met op verschillende plaatsen grondboringen uit te voeren. In 1925 is Rijkswaterstaat zover dat men met de uitvoering kan beginnen. Op 22 oktober komt Hare Koninklijke Hoogheid Juliana, vergezeld van haar ouders naar Limmel om de eerste spade te steken.

De werkzaamheden voor de aanleg van het Julianakanaal begonnen in de herfst van 1925. Meerdere grote aannemers werkten aan dit project. Het kanaal dat loopt van Maastricht naar Maasbracht heeft een lengte van 36 kilometer, het kanaal heeft een breedte van 46,5 meter aan de oppervlakte, 16 meter op de bodem en is 5 meter diep. De aanleg heeft destijds ongeveer 35 miljoen gulden gekost; dat komt overeen met 15,8 miljoen euro.... Anno 2023 zou dat 556 miljoen euro zijn.

Er werd van twee kanten gewerkt: vanaf Maastricht in noordelijke richting, vanaf Maasbracht in zuidelijke richting. De twee grootste aannemers waren "Van Hattem en Blankevoort" en "Den Breejen en Van de Boot". Rijkswaterstaat besteedde steeds stukken van meerdere kilometers lengte aan.


Onderstaande foto's van de aanleg van het Julianakanaal ter hoogte van Elsloo werden omstreeks 1934 gemaakt door de latere verzetsheld Paul Guermonprez. Geboren 1908 in Gent (B) en tijdens de Eerste Wereldoorlog met zijn ouders naar Nederland gevlucht. Hij studeerde fotografie en architectuur en werd later docent fotografie aan gerenomneerde instituten in Amsterdam en Den Haag.  Guermonprez werd wegens zijn verzetsactiviteiten samen met drukker Frans Duwaer en beeldhouwer Gerrit van der Veen op 10 juni 1944 door de Duitsers gefusilleerd in het duingebied van Overveen (gemeente Bloemendaal, bij Haarlem). Guermonprez is herbegraven op de Erebegraafplaats Bloemendaal. Na de oorlog ontving hij postuum bij Koninklijk Besluit het Verzetskruis 1940-1945.


Uiteindelijk belandde men in Elsloo-Stein waar de Scharberg moest worden afgegraven. Dit was een tamelijk riskant karwei waarbij men steeds rekening moest houden met wateroverlast door de aanwezige wateraders. De werkzaamheden begonnen in september 1929. Probleem was hier dat men ongeveer 1/3 deel van het dorp Elsloo moest slopen, te weten 43 woningen, de school en het gemeentehuis. Men ging dan ook uit van een geleidelijke sloop. In totaal moesten ruim 3 miljoen kubieke meter grond worden verzet. De ene helft werd naar de zuidelijke dijken richting Maastricht vervoerd, de andere helft naar de dijken in noordelijke richting.

In 1932 werd het traject Maastricht–Elsloo gevuld met water. Het gedeelte Born-Maasbracht werd in 1933 gevuld. In mei 1934 werd dit deel geopend. Einde 1934 werd ook het deel Elsloo-Born met water gevuld. En op 16 september 1935 werd het gehele kanaal geopend.


De onderstaande foto's komen uit de collectie van schoolmeester Willem Pesch. Hijzelf en schoolhoofd Nic Jansen staan op enkele foto's. De twee "kleurenfoto's" zijn nep, maar wel kunstig door meester Pesch met waterverf ingekleurde zwart-wit foto's. Willem Pesch was in zijn vrije tijd een verdienstelijk amateur schilder. Echte kleurenfoto's werden pas vanaf 1960 toegankelijk voor hobbyfotografen.


Bijna 10 jaar nadat prinses Juliana de eerste schop in de grond had gezet, werd het Julianakanaal op 16 september 1935 in bijzijn van prinses Juliana feestelijk geopend. De Commissaris van de Koningin sprak over het belang van het Julianakanaal voor de provincie: “Slechts zelden is in Limburg een openbaar werk tot stand gebracht, dat voor de economische ontwikkeling van deze landstreek van zoo groot belang was als de aanleg van het Julianakanaal en de aanleg der hiermede verband houdende havenwerken.” Prinses Juliana opende het kanaal officieel door met een druk op een knop de sluisdeur bij Limmel te openen. Om 12 minuten over drie was het Julianakanaal officieel geopend. Vervolgens werd een boottocht gemaakt over het Julianakanaal. Op de foto hieronder passeert de koninklijke boot  Elsloo; het hele dorp viert feest en zwaait enthousiast naar Prinses Juliana en Koningin Wilhelmina.

Wat men dan nog niet weet...nog geen 5 jaar later, op 10 mei 1940 is de brug opgeblazen voordat de binnenvallende Duitsers die kunnen innemen.

+ Meer informatie over de aanleg van het Julianakanaal ⇢

+ Reportage Lokale Omroep Stein (ca 1985) over de aanleg van het Julianakanaal, Harie Rouvroye aan het woord ⇢

+ Reportage Docuz over 75 jaar Julianakanaal ⇢ 

Een kanaalarbeider verdiende ca 20-21 gulden per week. Op een steenfabriek verdiende je 12 -13 gulden en daar moest men veel harder werken. Maar het werk aan het kanaal was niet zonder gevaar zoals we hierboven lezen. 

 


Hieronder beelden uit ca 1930 gefilmd op de Scharberg bij Elsloo waar graafwerkzaamheden plaatsvinden voor de aanleg van het Julianakanaal. Een groot deel van de oude kern van Elsloo werd gesloopt en afgegraven.


De gevolgen van de aanleg van het Julianakanaal voor het dorp Elsloo

De aanleg van het Julianakanaal had als gevolg dat een gedeelte van het dorp, “de Auwe Berg “moest wijken. Dit betekende dat er een veertigtal huizen, boerderijen, het gemeentehuis, een café en de pas zes jaar oude school werden afgebroken omdat ze in de aanlegroute lagen.

Alle gebouwen werden in 1927 onteigend en kwamen in het bezit van Rijkswaterstaat. De betreffende bewoners werden financieel gecompenseerd en bouwden nieuwe huizen in pas aangelegde straten. De oude kern verdween en het dorp kreeg een nieuwe vorm.

Afbraak “ Auwe Berg”
De “Auwe Berg” was het gedeelte van Elsloo dat moest wijken voor de aanleg van het kanaal. Zoals eerder gezegd verdwenen er huizen, boerderijen, het gemeentehuis en de school. De kerk die tot die tijd in het midden van het dorp lag, kwam aan de rand te liggen.

Uit de overlevering van gemeente-ambtenaar Guus Eussen
Omdat het kerkbestuur van Elsloo naar de mening van het rijk een te hoge vergoeding voor het kerkgebouw vroeg, besloot het rijk de oorspronkelijk geplande vaargeul van het kanaal in westelijke richting te verleggen, waardoor de kerk bleef staan. „Dat is ons geluk geweest, want met de kerk waren ook het kasteel, het park, de Schippersbeurs en de oude brouwerij afgebroken". 

Afbraak van oude kern in 1933. De pas zes jaar oude school wordt als laatste afgebroken. Café de Dikke Stein is in aanbouw. In 1930 waren de huizen op “de Berg” verlaten en werden er tijdelijk kantoren voor Rijkswaterstaat ingericht. Ook werden er huizen bewoond door kanaalwerkers. Andere werden reeds afgebroken. Met Rijkswaterstaat was overeen gekomen dat het slopen planmatig over drie jaar kon worden uitgestreken. Dit om de bewoners de tijd te geven een nieuwe woning te bouwen. De gewone huizen kosten in die tijd ongeveer 3500 gulden en een bouwplaats 750 gulden.

Overlevering: Toen de dragline de eerste hap uit het Kasteelpark hapte, barstte Dorine Verschure (lid van de familie Jurgens die het kasteel en park in eigendom hadden) in tranen uit om het verlies van de privacy en de aantasting van het mooie landgoed.

Aanleg “Auw” Jurgensstraat rond 1928. Het eerste pand is de boerderij van de familie Beckers “van Chrisjke”. Nu zijn het drie woonhuizen.

 

 

 

De nieuwe R.K. Sint Augustinusschool in aanbouw in 1929 - 1930. Links was de meisjes- en rechts de jongensschool. De school moest in 1985 weer wijken voor een wooncomplex.

Nieuwe wegen
Er moesten nieuwe wegen komen en bestaande wegen werden aangepast om te dienen als verbindingsweg. Zo kwamen er nieuwe straten voor de bewoners die de berg moesten verlaten. De bewoners kregen een hele nieuwe leefomgeving. Woonden ze eerst aan de uiterste westkant van het dorp, nu gaan ze aan de oostkant wonen. Ook de bewoners van de resterende huizen van het oude dorp kregen te maken met een verandering. Woonden ze eerst in het dorpscentrum en vormden ze een geheel met de bewoners van de “ Auwe Berg”. Nu werd het dorpscentrum verplaatst naar de kruising bij het Heilig Hartbeeld en de nieuwe St. Augustinusschool.

Doordat in dezelfde periode de staatsmijn Maurits werd aangelegd, versterkte de blik zich nog meer oostwaarts. Tussen het dorp en de Maas kwam met het Julianakanaal een barrière te liggen, weliswaar met een brug. Die overigens 5 jaar na opening van het kanaal werd opgeblazen om de Duitse inval op 10 mei 1940 proberen te vertragen. Pas in 1963 kwam er een nieuwe brug.

Het oude Maasdorp transformeert van een dorp gericht op de Maas en op de dorpen aan de overkant naar een modern dorp, met een verstilde oude kern, gericht naar de staatsmijn Maurits, Geleen en Beek.

Van de familie Jurgens had de gemeente goedkoop een groot stuk land kunnen kopen in de Visscherspoel. Dat was bedoeld om de mensen die onteigend waren en zelf geen grond langs de Stationsstraat of Koolweg hadden een kans te bieden een nieuw huis te bouwen.


De nieuwe weg werd door de gemeente aangelegd en werd Jurgensstraat genoemd, in de volksmond nu "Auw Jurgensstraat". Hier gingen de meeste mensen van “de Auwe Berg” wonen. Ze bleven zich ook hier een gemeenschap voelen net als  voorheen op de Berg. 

Krantenartikel 14 4 1928 ELSLOO. — Bouwterreinen. De bewoners van den berg, die bij onteigening voor den aanleg van het Julianakanaal wegvallen, kunnen zich voor een bouwterrein aanmelden bij den Edelachtb. Heer Burgemeester. De terreinen waarover kan beschikt worden, behoren bij het kasteel.

Langs weerszijden van het kanaal werden nieuwe verbindingswegen naar Geulle aangelegd, hetgeen een hele verbetering was. Voorheen was er alleen een voetpad door de beemden en moest het verkeer via Catsop naar Geulle.
Overlevering: “Van het mooie uitzicht dat men vanaf de beemd had op de tussen het groen verscholen huisjes rondom de kerk, zal na verloop van tijd niet veel meer overblijven “.

Ook kwam er een nieuwe verbinding met Stein over de Scharberg, parallel aan het kanaal. Om deze weg te bereiken moest er vanuit het nieuwe deel van het dorp ook verbindingswegen komen, dat werden de Schoolstraat en de Julianastraat (in de volksmond: de nuuje waeg). Hoewel de Julianastraat aanvankelijk niet bedoeld was voor woningbouw, bouwden toch enkele families hier hun nieuwe woning.

Historiehuis QR gevolgen Julianakanaal 07

Het kanaal is bijna klaar. Langs de dijk, in het water nog een restant van de afdamming.

Historiehuis QR gevolgen Julianakanaal 08

De Dikke Stein, 6 ton zwaar, is in 1932 gevonden tijdens de graafwerkzaamheden van het kanaal ter hoogte van de huidige brug over het kanaal. De steen ligt nog steeds bij het café op de hoek Scharberg-Julianastraat. Volgens de overlevering werd het gevaarte getransporteerd voor een fles jenever en een doos sigaren.

Polders
Met “polders” werden de arbeiders uit Noord-Nederland aangeduid die bij de firma’s die het kanaal aanlegden werkten. Voorheen hadden ze vaak bij de Zuiderzeepolders gewerkt. Dit was ruw werkvolk en ze woonden in keten op de Scharberg. Diverse “polders” bleven na de totstandkoming van het Julianakanaal hier met hun gezin wonen of vonden hier de liefde van hun leven en stichtten een gezin.

Het kanaal was gereed in 1934, maar werd officieel geopend op 16 september 1935. Op de boot tijdens de opening bevind zich de koninklijke familie.

+ Meer informatie over de aanleg van het Julianakanaal ⇢

+ Reportage Lokale Omroep Stein (ca 1985) over de aanleg van het Julianakanaal, Harie Rouvroye aan het woord ⇢

+ Reportage Docuz over 75 jaar Julianakanaal ⇢ 

+ Lees meer over de St. Augustinusschool in Elsloo 1930-1985 ⇢

Historiehuis QR gevolgen Julianakanaal 11