Skip to main content

1 januari 1926 watersnood in Meers

  • Afbeeldingen | Bron ©: No van Mulken, Historiehuis van de Maasvallei, Ooit aan de Maas

De Maasdijk in Meers brak in de laatste uren van 31 december 1925 opnieuw door, met als gevolg dat een aantal huizen onbewoonbaar werd. Meers kwam onder water te staan en er verdronk vee en andere dieren. Meers bestond destijds uit 100 huizen met 500 inwoners.

De wegen waren uitgehold en moesten hersteld worden. De gerepareerde winterdijk van de Maas bij “het Kumpke” (tegenover de kerk) werd verzwaard met basaltblokken en zware klei uit de “Leimkoul” van de familie Janssen op “het Diekske” in de Grotestraat aan “de Pool”.

Niet alleen de overvloedige regen zorgde voor uitzonderlijk hoge waterstanden van de Maas, ook het smeltwater van alle sneeuw die sinds eind november 1925 in het stroomgebied was gevallen speelde een grote rol. Heel West-Europa had te kampen met wekenlang durend noodweer en zware stormen. Met Kerstmis was het waterpeil van de Maas gestegen tot 46 meter boven A.P. Door de hevige storm was de Maas wild. Op 27 december werd de dijk bij de Koeweide opgehoogd; het water stond toen 40 centimeter onder de dijk. Het water bleef stijgen en op woensdag 30 december werd de dijk verder versterkt. Bij de overheid werden pontons aangevraagd om uit Meers te kunnen vluchten als de dijk zou doorbreken. Oude mensen, kinderen en het vee werden in veiligheid gebracht.

Op 31 december bedroeg de waterstand van de Maas 46,54 meter boven NAP. De dijken werden nog verstevigd met palen en stro. Mensen die Meers wilden verlaten moesten via Stein, omdat Elsloo niet meer te bereiken was. Bij de Scharberg sloeg het water 30 centimeter over de dijk. De sterke mannen bleven in Meers om de dijk te bewaken en mensen en vee te redden. Enkele inwoners bleven in hun woning op de eerste verdieping. Burgemeester Frans Eussen van Elsloo was op bezoek in Meers en moest noodgedwongen met enkele gezinnen in het schoolgebouw worden ingekwartierd. De pastoor van Meers zat met enkele kinderen in de pastorie. De storm loeide en de Maas brulde en omstreeks 22.00 uur brak de dijk door op dezelfde plaats als in 1880, tegenover de kerk. De burgemeester en enkele inwoners moesten naar de tweede verdieping verhuizen.

Op nieuwjaarsdag werden in Meers per boot levensmiddelen rondgebracht, onder meer in de school en het patronaat. Op de bühne sliep men op stro en iedereen had een deken gekregen. In Meers waren nog 250 personen achtergebleven. Veel huizen waren zwaar beschadigd, vier huizen waren ingestort en één huis en enkele oude schuren waren weggedreven.

Het oude huis van Joep Wolffs, links naast de school, was volledig verdwenen. Waar de Maas door “de Koele” had gestroomd, lag na het zakken van het water alles bezaaid met kiezel, veel aangespoeld hout en andere troep. De achtergebleven bewoners werden daar verzorgd door de zusters Franciscanessen uit Meers. Op 3 januari werden de burgemeester en zeventien Meersenaren uit de school bevrijd en op 4 januari werd pastoor Erkens met de kinderen per boot uit Meers gehaald. Op 4 februari werden de pontons per trein van Dordrecht naar Roermond vervoerd en kwamen zij de dag erna in Meers aan. Soldaten van het Maastrichts garnizoen legden een pontonbrug aan, zodat het vee Meers kon verlaten. De Maas was toen 90 centimeter gestegen. Er werd begonnen met het aanleggen van een nooddijk, die op 19 februari 1926 alsnog over een lengte van 200 meter doorbrak. Varkens, kippen en huisdieren waren verdronken en door het water meegesleurd. Gelukkig waren er geen menselijke slachtoffers te betreuren, al was de schade groot.

Op 2 februari 1926 droeg de burgemeester van Elsloo dertien personen voor ter toekenning van het ereteken, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 21 juli 1927, ter erkenning van uitstekende daden verricht bij gelegenheid van de watersnood van 1926. De bronzen medaille werd toegekend aan: Antoon Hubert Berghs, Johannes Hermanus Hubertus Berghs, François Lucien Devoi, Jan Eduard Devoi, Theodoor Hubert Devoi, Jan Marcel Lambrichts, Arnold Martens, Frans Martens, Jan Hubertus Martens, Theodoor Smeets, Willem Titulaer, Peter Vranken en Jan Gerard Vranken. Burgemeester Frans Eussen kreeg het ereteken in zilver toegekend. 

+ Lees verder in de bron: No van Mulken "Meers van moeras tot dorp" 2018 pagina 62 e.v. ⇢

+ Lees ook op onze website ⇢


Ook aan Belgische zijde van de Maas kommer en kwel

Op 1 januari 1926 stijgt de Maas naar ongeziene hoogtes en breekt de Maasdijk in Uikhoven. De bevolking in meerdere Maasdorpen zit dagenlang gevangen, soms tot op het dak van hun huis. Dat de Maas woest kon zijn, wist men, al was er dit keer meer aan de hand. “Dit Limburgse drama kon vermeden worden”, roept men in het parlement. Hoe werden de Maasdorpen één voor één op snelheid gepakt? En waar verdronk een baby van acht maanden?

+ Lees verder op "Ooit aan de Maas" ⇢

Deel dit artikel ⇢