Skip to main content

1926 watersnood in Meers

  • Afbeeldingen | Bron: Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters ©

Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.


+ 1. Maak hier  uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.

+ 2. Klik hieronder op de play-button om de gehele tekst in uw gekozen taal te laten voorlezen. Dezelfde knop kan ook gebruikt worden om het voorlezen te stoppen:
{Play}

1926 Watersnood in Meers

De recente geschiedenis leert ons dat de Maas flink te keer kan gaan. Als regenrivier kan het water in korte tijd veranderen van een kabbelende rivier in een woeste alles vernietigende stroom.

Zo overstroomden ook grote gebieden langs de Maas in 1993 en 1995. Hieruit werd lering getrokken en de Maaswerken onder de naam Grensmaasproject moesten de dorpen en steden langs de rivier voortaan beschermen tegen overstromingen. In juli 2021 werd de proef op de som gesteld: enorme regenbuien zorgden ervoor dat de Maas een nog nooit voorgekomen hoeveelheid water moest afvoeren. Zware overstromingen dreigden, maar in tegenstelling tot Heerlen en Valkenburg, waar enorme wateroverlast ontstond, bleken de uitgevoerde plannen van het Grensmaasproject uitstekend te werken en de Maasdorpen te behoeden voor een catastrofe.

Wat het betekende als in vroeger tijden een dijk doorbrak vertelt het verhaal van het Maasdorpje Meers dat in 1926 helemaal overstroomd raakte en dreigde als voor altijd te verdwijnen. De inwoners hielden stand en hun dorp bleef behouden !

De uiterst overvloedige regen sinds 19 december 1925 in combinatie met het smeltwater van alle sneeuw die er was gevallen sinds eind november 1925 zorgden voor uitzonderlijk hoge waterstanden van de Maas. Heel West-Europa had te kampen met wekenlang durend noodweer en zware stormen.

Meers bestond uit 100 huizen met 500 inwoners. Met Kerstmis was het waterpeil van de Maas gestegen naar 46 meter boven NAP oftewel Normaal Amsterdams Peil. Door de hevige storm was de Maas wild. Op 27 december werd de dijk bij de Koeweide uit voorzorg opgehoogd. Het water stond 40 centimeter onder de dijk. Het water bleef wassen en op woensdag 30 december werd de dijk versterkt. De oude mensen, kinderen en het vee werd in veiligheid gebracht. Op 31 december was de waterstand van de Maas 46.54 boven NAP.

De dijken werden nog verstevigd met palen en stro. De mensen die Meers wilden verlaten moesten naar Stein omdat Elsloo niet meer te bereiken was doordat bij de Scharberg het water 30 centimeter over de Maasdijk sloeg. De sterke mannen bleven in Meers om de dijk te bewaken en mensen en vee te redden. Enkele inwoners bleven thuis wonen op de eerste verdieping en burgemeester Frans Eussen met enkele gezinnen in het schoolgebouw, eerst beneden en later boven. De pastoor van Meers zat met enkele kinderen in de pastorie. De storm loeide en de Maas brulde en omstreeks 22 uur brak de dijk door tegenover de kerk, op dezelfde plaats als in 1880.

Er waren in Meers nog 250 personen achtergebleven. Op nieuwjaarsdag werd in Meers per boot levensmiddelen rondgebracht. In het patronaatsgebouw werden 80 Meersenaren ondergebracht die nog niet naar huis konden. Zij werden daar verzorgd door de zusters Franciscanessen uit Meers. In de school en in het patronaat op de bühne sliepen ze op stro en hadden ieder een deken gekregen.

Veel huizen waren zwaar beschadigd 4 huizen waren ingestort en 1 huis en oude schuren waren weggedreven. Het oude huis van Joep Wolffs, links naast de school, was helemaal verdwenen. Daar waar de Maas door “de Koele” stroomde, lag later alles bezaaid met kiezel en heel veel aangespoeld hout en andere troep. Bij de overheid werden pontons aangevraagd om uit Meers te kunnen vluchten als de dijk zou doorbreken.

Op 3 januari werd de burgemeester en de 17 Meersenaren uit de school gered en op 4 januari werd pastoor Erkens met de kinderen in een boot uit Meers naar elders gebracht. Op 4 februari waren de pontons per trein vanuit Dordrecht naar Roermond vervoerd en kwamen de dag erna in Meers aan. De soldaten van het Maastrichts garnizoen legden een pontonbrug aan zodat het vee Meers kon verlaten. De Maas was 90 centimeter gestegen. Er werd begonnen met een nooddijk aan te leggen, die op 19 februari 1926 toch over een lengte van 200 meter doorbrak.
Varkens, kippen en huisdieren werden met het water meegesleurd en verdronken. Gelukkig waren er geen slachtoffers te betreuren, maar wel veel schade.

Herstel aan de dijk
Het herstel van de dijk begon augustus 1927 door aannemer H. Vlot uit Maastricht. 6000 Kubieke meter grind lag achter de weggeslagen dijken. evenveel klei uit het weiland van Willem Janssen werden gebruikt om de dijk weer te herstellen. 

De kiezel en de klei werden elk in lagen van 20 cm aangebracht en bedekt met klei en graszoden. De dijken werden met 80 cm verhoogd zodat herhaling waarschijnlijk uitgesloten kon worden. In januari 1927 werd het herstel van de dijk opgeleverd en de totale kosten bedroegen Fl. 25.000.

Op 2 februari 1926 droeg de burgemeester van Elsloo 13 personen voor ter toekenning van het ereteken. Ingesteld bij Koninklijk besluit van 21 juli 1927 ter erkenning van uitstekende daden, verricht bij gelegenheid van de watersnood in 1926. Als erkenning werd de medaille in brons toegekend aan: Antoon Hubert Berghs, Johannes Hermanus Hubertus Berghs, François Lucien Devoi, Jan Eduard Devoi, Theodoor Hubert Devoi, Jan Marcel Lambrichts, Arnold Martens, Frans Martens, Jan Hubertus Martens, Theodoor Smeets, Wllem Titulaer, Peter Vranken en Jan Gerard Vranken. Burgemeester Frans Eussen kreeg het ereteken in zilver toegekend.

Door de watersnoodramp werd het aanleggen van het geplande elektriciteitsnet uitgesteld tot 1927. De grondbelasting die na de overstroming van 1880 werd ingesteld werd in 1927 gevolgd door gebouwenbelasting en onbebouwde grond werd gelijkgesteld aan de grondbelasting. Het waterschap “Groote Meers” werd in 1943 opgeheven. De reden was dat de dijken in een goede staat verkeerden en de gemeenten Elsloo en Stein de dijken gingen onderhouden.

historiehuis QR watersnood1926 01

Foto boven: Aan de “Sléve Hjèrre Diek” (tegenover de kerk) staan Hubert Meijers en Martien Cremers. Zij kijken naar het geweld van het kolkende water van de Maas dat Meers binnenstroomt. De maasdijk was bij “ öt Kumpke” doorgebroken over een lengte van 150 meter.

historiehuis QR watersnood1926 02

Foto boven: De verkennersboot die door Meers voer om waar nodig hulp te kunnen bieden en de levensmiddelen te bezorgen. Van links naar rechts: Hubert Devoi, Frans Martens, Eduard Devoi, Jan Marcel Lambrichts, Nol Martens, marechaussee Janssen, burgemeester Frans Eussen en marechaussee Halmans.

historiehuis QR watersnood1926 03

Forto boven: De verkennersboot op de hoek van de zwarte Laakstraat en de lindendriesstraat. Van lionks naar rechts: Hubert Devoi, Gus Janssen, het zagertje Hamers (Urmond), Frans Martens, Pierre Lemmens, Harie Wijnen, Willem Wijnen, Sjang Lambrichts, Frans Lemmens, Eduard Devoi met varken, Frans Maassen (Vos-Stein), Jan Martens, Pierre Muris, Martien Cremers en Lei Driessen.

Meers ingestort huis

Foto boven: De ingestorte achtergevel van het huis van Pierre Westhovens. Sjo Wolffs (rechts) staat met anderen in het weggespoelde “kumpke” achter het huis van Pierre Westhovens tegenover de kerk.

Meers krantenknipsel dijkherstel

Foto boven: herstel van de dijk, vaak met handenarbeid.

Meers treintje

Foto boven: voor dijkherstel werd ook een treintje ingezet.

Meers groepsfoto

Foto boven: Grotestraat 1926, terugkeer naar huis nadat het water was gezakt.
Onderste rij, van links naar rechts: Ida Brouns, Pie Pepels, Chris Pepels, Harie van Mulken en Ties Janssen.
Rij boven, van links naar rechts: Sjeng van Mulken, veldwachter Janssen, Berp Titulaer-Martens, Marie Lambrichts- Westhovens, Anna Pepels-Delbresine, Chris Paulussen, onbekende uit Elsloo, Sjang Paulussen, Herman Wijnen, Harie van Mulken, Martien Pepels, Jantje Janssen, Toon Brouns, Willem Cremers en Sjang Martens.