De aanleg van het Julianakanaal
- Afbeeldingen | Bron ©: Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters, YouTube
Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.
+ 1. Maak hier uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.
De aanleg van het Julianakanaal
Rond de eeuwwisseling moderniseerde de Limburgse mijnindustrie en nam de productie van steenkool een vlucht. De behoefte aan goedkoop transport naar het noorden leidde in 1921 tot de beslissing het Julianakanaal te graven. Om politieke redenen werd besloten om het nieuwe kanaal op Nederlands grondgebied en parallel aan de bestaande Maas te graven, zodat het tracé door het relatief vlakke Maasdal aangelegd kon worden.
Op 22 oktober 1925 stak de toen 16-jarige prinses Juliana de eerste schop in Limmel in de grond, als symbolische start van de aanleg van het naar haar vernoemde kanaal.
Wat vooraf ging
Rond de eeuwwisseling werd het opnieuw bevaarbaar maken van de Maas steeds belangrijker aangezien de mijnindustrie in Zuid-Limburg zich door modernisering steeds verder ontwikkelde. De productie nam toe en de afvoer van steenkool over water werd belangrijk. In 1906 werd een Nederlands-Belgische commissie van waterstaatsingenieurs benoemd, die als taak kreeg het bevaarbaar maken van de zogenaamde Grensmaas te onderzoeken. Met name het 35 kilometer lange gedeelte tussen Maastricht en Maasbracht, waar de rivier de grens vormt tussen Nederland en België. Deze ‘Commission Mixte’ presenteerde in 1912 haar eindverslag.
Door het uitgraven van de bestaande rivier en het aanleggen van verschillende waterbouwkundige werken zou scheepvaartverkeer over de Maas mogelijk gemaakt kunnen worden. Van de aanleg van een nieuw, apart kanaal was in dit plan nog geen sprake. Door moeilijkheden in de samenwerking met België en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog raakten de plannen voor het kanaliseren van de Grensmaas uit beeld. Een van de zaken die speelden was de concurrentiestrijd tussen Antwerpen en Rotterdam. België wilde alleen aan de kanalisatie van de Maas meewerken als Nederland zou toestemmen in de aanleg van een kanaal naar het Ruhrgebied.
Om de kolen uit de Limburgse staatsmijnen af te voeren was een snelle en vooral betrouwbare verbinding over water essentieel. In 1921 werd besloten het Julianakanaal te graven, om politieke redenen op Nederlands grondgebied en parallel aan de bestaande Maas, zodat het tracé door het relatief vlakke Maasdal aangelegd kon worden.
Het was voor het eerst dat in Limburg zo’n grootschalig kanaal werd gegraven en dat nog wel in heuvelachtig gebied. Het ontwerpen van een nieuw kanaal door het heuvellandschap was voor de ingenieurs van Rijkswaterstaat een flinke uitdaging onder andere omdat een groot deel van het kanaalpeil hoger zou komen te liggen dan de grondwaterstand en een tracé van zo'n 7 km lag boven het zogenaamde zakkingsgebied van de staatsmijn Maurits. Daarbij moest bij Elsloo het kanaal 26 meter diep ingegraven worden, waarbij ook nog eens drijfzand werd aangetroffen.
Er waren overigens nog twee zijkanalen gepland. Een vanuit Stein (door het Meldert, tussen Stein en Elsloo) naar Nuth. Hier zou dan een haven komen voor de mijnen in de Oostelijke Mijnstreek. En een zijtak vanuit Born naar Sittard waar een haven voor de staatsmijn Maurits zou komen. Deze plannen vonden geen doorgang vanwege de hoge kosten. Uiteindelijk heeft men besloten om in Born een kolenhaven te bouwen en die per spoor met de Oostelijke Mijnstreek te verbinden. Voor de mijn Maurits kwam een aparte kolenhaven in Stein.
De doorgraving in Elsloo
Eén van de grote technische problemen waarvoor Rijkswaterstaat een oplossing moest zoeken, was de uitgraving van de Scharberg bij Elsloo. Om de lengte van de uitgraving beperkt te houden, werd het tracé hier dicht langs de Maas gelegd. Door de korte afstand tussen Maas en Julianakanaal werd gevreesd voor afschuiven van de berg naar de Maas. Er werden daarom twee alternatieve tracés aan het originele plan toegevoegd, maar die losten het probleem niet op. Integendeel, de lengte van de doorgraving zou alleen maar groter worden en uit grondboringen bleek dat er over een langere afstand boven drijfzand gegraven zou moeten worden. Er werd daarom besloten het eerder ontworpen tracé langs de Maas aan te houden, inclusief de doorsnijding van de Scharberg.
Met de doorgraving van de Scharberg moest het dorp Elsloo voor een deel afgebroken worden. De kerk, voorheen het middelpunt van het dorp, kwam daardoor aan de rand van het kanaal te staan. De sloop van 43 woningen, het gemeentehuis en de school leverde weinig weerstand op bij de bewoners. In Elsloo verschijnen de “schatters” , die namens Rijkswaterstaat de waarde van de grond en huizen moet vaststellen. De hoge vergoedingen voor de onteigening en de werkgelegenheid die gepaard gingen met de aanleg zorgden ervoor dat de helft van het dorp zonder veel ophef van de kaart verdween.
Uit de overlevering van gemeente-ambtenaar Guus Eussen
Omdat het kerkbestuur van Elsloo naar de mening van het rijk een te hoge vergoeding voor het kerkgebouw vroeg, besloot het rijk de oorspronkelijk geplande vaargeul van het kanaal in westelijke richting te verleggen, waardoor de kerk bleef staan. „Dat is ons geluk geweest, want met de kerk waren ook het kasteel, het park, de Schippersbeurs en de oude brouwerij afgebroken".
In het najaar van 1924 krijgt men in Elsloo voor het eerst te maken met de voorbereidingen van de kanaalaanleg. Men begon met op verschillende plaatsen grondboringen uit te voeren. In 1925 is Rijkswaterstaat zover dat men met de uitvoering kan beginnen. Op 22 oktober komt Hare Koninklijke Hoogheid Juliana, vergezeld van haar ouders naar Limmel om de eerste spade te steken.
De werkzaamheden voor de aanleg van het Julianakanaal begonnen in de herfst van 1925. Meerdere grote aannemers werkten aan dit project. Het kanaal dat loopt van Maastricht naar Maasbracht heeft een lengte van 36 kilometer, het kanaal heeft een breedte van 46,5 meter aan de oppervlakte, 16 meter op de bodem en is 5 meter diep. De aanleg heeft destijds ongeveer 35 miljoen gulden gekost; dat komt overeen met 15,8 miljoen euro.... Anno 2023 zou dat 556 miljoen euro zijn.
Er werd van twee kanten gewerkt: vanaf Maastricht in noordelijke richting, vanaf Maasbracht in zuidelijke richting. De twee grootste aannemers waren "Van Hattem en Blankevoort" en "Den Breejen en Van de Boot". Rijkswaterstaat besteedde steeds stukken van meerdere kilometers lengte aan.
Uiteindelijk belandde men in Elsloo-Stein waar de Scharberg moest worden afgegraven. Dit was een tamelijk riskant karwei waarbij men steeds rekening moest houden met wateroverlast door de aanwezige wateraders. De werkzaamheden begonnen in september 1929. Probleem was hier dat men ongeveer 1/3 deel van het dorp Elsloo moest slopen, te weten 43 woningen, de school en het gemeentehuis. Men ging dan ook uit van een geleidelijke sloop. In totaal moesten ruim 3 miljoen kubieke meter grond worden verzet. De ene helft werd naar de zuidelijke dijken richting Maastricht vervoerd, de andere helft naar de dijken in noordelijke richting.
In 1932 werd het traject Maastricht–Elsloo gevuld met water. Het gedeelte Born-Maasbracht werd in 1933 gevuld. In mei 1934 werd dit deel geopend. Einde 1934 werd ook het deel Elsloo-Born met water gevuld. En op 16 september 1935 werd het gehele kanaal geopend.
Bijna 10 jaar nadat prinses Juliana de eerste schop in de grond had gezet, werd het Julianakanaal op 16 september 1935 in bijzijn van prinses Juliana feestelijk geopend. De Commissaris van de Koningin sprak over het belang van het Julianakanaal voor de provincie: “Slechts zelden is in Limburg een openbaar werk tot stand gebracht, dat voor de economische ontwikkeling van deze landstreek van zoo groot belang was als de aanleg van het Julianakanaal en de aanleg der hiermede verband houdende havenwerken.” Prinses Juliana opende het kanaal officieel door met een druk op een knop de sluisdeur bij Limmel te openen. Om 12 minuten over drie was het Julianakanaal officieel geopend. Vervolgens werd een boottocht gemaakt over het Julianakanaal. Op de foto hieronder passeert de koninklijke boot Elsloo; het hele dorp viert feest en zwaait enthousiast naar Prinses Juliana en Koningin Wilhelmina.
Wat men dan nog niet weet...nog geen 5 jaar later, op 10 mei 1940 is de brug opgeblazen voordat de binnenvallende Duitsers die kunnen innemen.
+ Meer informatie over de aanleg van het Julianakanaal ⇢
+ Fotocollectie van Willem Pesch en Paul Guermonprez over de aanleg ⇢
+ Reportage Lokale Omroep Stein (ca 1985) over het ontstaan (?!) van het Julianakanaal, Harie Rouvroye aan het woord ⇢
+ Reportage Docuz over 75 jaar Julianakanaal ⇢
Hieronder beelden uit ca 1930 gefilmd op de Scharberg bij Elsloo waar graafwerkzaamheden plaatsvinden voor de aanleg van het Julianakanaal. Een groot deel van de oude kern van Elsloo werd gesloopt en afgegraven.