Wonen rond 1900
- Afbeeldingen | Bron ©: Historiehuis van de Maasvallei, YouTube, Wim Hanssen
Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.
+ 1. Maak hier uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.
Wonen rond 1900
Rond 1900 verkeerden de dorpen in de Maasvallei in een overgangsfase. Er kwam langzaam maar zeker een einde aan een lange periode van achteruitgang en armoede, veroorzaakt door diverse crisissen in de landbouw. Het gebrek aan inkomsten betekende dat het wonen zeer eenvoudig was. Het ontbrak de meeste bewoners van de Maasvallei aan wooncomfort, zoals stromend water, verwarming en electriciteit.
Na 1900 gaan steeds meer mannen in de mijnen of bij het spoor werken.en er komt meer geld voor verbetering en uitbreiding van de woningen. Dit zal pas gaan veranderen als men kan gaan werken in de Staatsmijn Maurits in Geleen.
In Elsloo heeft de aanleg van het Julianakanaal een grote invloed op de huizenbouw. De afgebroken huizen in het traject van het kanaal worden ruim gecompenseerd. En langs nieuw aangelegde straten worden moderne stenen huizen gebouwd die van alle gemakken zijn voorzien.
Veel huizen hadden een middeleeuwse kern van hout en leem,met later aangebrachte stenen buitenmuren. De vloeren waren nog gemaakt van aangestampte leem. Sommige huizen kenden stenen vloeren die los op zand waren gelegd. De deuren waren vrij laag. Niet alleen waren de mensen toen kleiner als nu, maar bij grote deuren ging ook veel warmte verloren.
Koken gebeurde op haardplaatsen met open vuur. Er was geen stromend water in huis, dat moest met emmers aan de pomp of bron gehaald worden. Elektriciteit kende men nog niet, de verlichting bestond uit de gloed van het vuur, kaarsen en olielampen. Ieder huis had een kelder, een absolute noodzaak voor het bewaren van voedsel. Tevens was dit de fundering van de schouw en schoorsteen, veelal het oudste gedeelte van het huis.
Slapen gebeurde door de ouders op de begane vloer in grote “kasten” de zogenaamde beddenkoetsen. Kinderen sliepen op bedden met stromatrassen op de bovenverdieping. In de winter sliep men bij elkaar in de ruimte waar het haardvuur gestookt werd. De inrichting was summier en sober. Iedere ruimte kende wel een of andere religieuze afbeelding ter afweer van het boze. Het toilet was buiten, achter het huis boven een gierkelder, die in het voorjaar geleegd werd om de groentetuin te bemesten.
Een groot deel van het dagelijkse leven speelde zich buiten de woning af. Hetzij door werkzaamheden of voor sociale contacten; op straat of in een van de vele cafés die de dorpen rijk waren.
+ Bewoningsgeschiedenis Elsloo in de 18e en 19e eeuw ⇢
+ Woningbouw in Nederland 1870 - 1914 ⇢
+ Tijdlijn Nederland vanaf 1830 ⇢
+ Armoede in Limburg 1850 - 1900 ⇢
Hieronder enkele karakteristieke oude panden in het beschermd dorpsgezicht van Elsloo, klik op foto voor vergroting.