De kerk
- Afbeeldingen | Bron ©: 123rf, Bert Ramakers, Guus Peters, Wim Hanssen, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed CC Attribution-ShareAlike 4.0 International
Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.
+ 1. Maak hier uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.
De kerk
Het christelijke geloof was al vroeg in het Maasdal aanwezig. Al in de laat-Romeinse tijd was er al sprake van een christengemeenschap in Maastricht en viel het Maasdal onder het bisdom Tongeren en later Maastricht. Er bestond dus al een soort “Gallo-Romeins Christendom”.
Na de val van het Romeinse rijk vestigen zich in het Maasdal groepen Germanen, dit zijn Franken die dan nog heiden zijn. De doop van hun koning Clovis in 496 maakte dat iedereen goedschiks of kwaadschiks tot het Christendom werd bekeerd.
Vroeg Angel-Saksische missionarissen trokken ook door het Maasdal en bouwden kerken op de oude cultusplaatsen van de Germanen. Deze vroege kerken kan men herkennen aan de patroonheiligen. Bijvoorbeeld de onder de Franken populaire Sint Martinus.
De heilige Lambertus verkondigde het geloof in Luik, Brabant en Limburg. Hij werkte samen met de heilige Willibrordus, stichter van onder andere de abdij te Susteren. Lambertus was de laatste bisschop van Maastricht en werd rond 708 in Luik vermoord.
Over de locatie van de oudste kerk van Elsloo is niet veel bekend. Men vermoed dat deze bij de burcht stond welke door de Maas overspoeld werd. Later werd de kerk Op de Berg gebouwd; deze werd gewijd aan de heilige Sint Augustinus. Het enige voorwerp dat herinnert aan deze oudste kerk is de (weliswaar beschadigde) bewaard gebleven doopvont.
Op een veilige plek, boven op de berg, werd in 1459 een nieuwe kerk ingewijd, die haaks stond op de huidige kerk. Op het kerkhof staat een dodenkapel van de familie De Geloes. Deze staat bovenop de grafkelder van de graven van Elsloo, die ooit onder het koor van de kerk lag.
In 1843 werd de voorloper van de huidige kerk door een storm verwoest. Die oude kerk lag dwars voor de huidige kerk. Er moest dus een nieuwe kerk komen maar het dorp was straatarm en de enige manier om een kerk te bouwen was door dit gezamenlijk op te pakken. De neo-romaanse Sint Augustinuskerk is dan ook deels door de inwoners zelf gebouwd. Materialen en inventaris werden uit kerken gehaald die gerenoveerd werden maar ook bijvoorbeeld van het kasteel van Geulle dat op hetzelfde moment afgebroken werd. De inwoners van Elsloo zijn nog steeds zeer trots op “hun” mooie kerk.
Het rijke Roomse leven
De kerk raakt verstrengeld met de adellijke machthebbers en zij dienen hetzelfde doel: de macht uitoefenen en inkomens generen. Dit zal eeuwenlang zo blijven. Tijdens de reformatie vind het protestantisme vrij veel aanhangers in het Maasdal. Echter ontwikkelingen in de 80-jarige oorlog draaien ook klokken terug. Op enkele enclaves na die zich tot op vandaag hebben weten te handhaven, zoals in Urmond, Grevenbicht, Sittard-Geleen en Beek.
In de Franse tijd van 1794 tot 1815 wordt de macht van de kerk sterk ingeperkt. Maar zal zich ook weer deels herstellen vanaf 1815 als het Maasdal in het nieuwe “Koninkrijk der Nederlanden” wordt opgenomen. Het zou echter tot 1853 duren eer de katholieken weer volledige godsdienstvrijheid kregen. In deze periode worden dan ook veel nieuwe kerken gebouwd waarvoor Rijkswaterstaat architecten beschikbaar stelt. Dit zijn de zogenaamde Waterstaatskerken, zoals de kerk van Elsloo.
De kerk heeft tot 1965 het maatschappelijk leven in Limburg gedomineerd. Het eenheidsgevoel en de verbondenheid met de kerk werden tot in de haarvaten van de samenleving doorgevoerd. Geloofsuitingen en trouwbetuigingen waren dagelijkse kost. Overal in huis stonden en hingen afbeeldingen van Jezus, het alziende oog en de Heiligen. Ontsnappen aan het oog van God was onmogelijk, en het was dan ook niet aan te raden een zonde te begaan. De deur naar de hel stond altijd op een kier voor de afvallige zondaar.
Processies, huldebetuigingen aan het Heilig Hart, inhuldigingen van geestelijken, stoeten met communiekanten, kinderoptochten, en het uitbundig versieren van de straten en huizen waren steeds terugkerende hoogtepunten. De fanfare liep daarbij voorop.
Foto boven: De vorige, oude kerk verdween niet helemaal. De grafkelder van de adellijke kasteelbewoners is behouden en bevind zich onder de grafkapel van de familie De Geloes op het kerkhof.
De St. Augustinuskerk ligt nu aan de buitenkant van het dorp. Voor de aanleg van het Julianakanaal tussen 1927 en 1935 lag de kerk midden in het dorp. Voor het kanaal moesten een 40 tal woningen, de school en het gemeentehuis wijken, welke een paar honderd meter verder in het dorp nieuw gebouwd werden.
De St. Augustinuskerk in 1942 (wikimedia)
Foto 123RF copyright: Een bekend beeld vanaf de Maas op de markante kerktoren. Ook een herkenningspunt rijdend over de autoweg vanaf Maasmechelen richting Stein.