Skip to main content

Staatsmijn Maurits

  • Afbeeldingen | Bron ©: Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters

+ 1. Maak hier  uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.

+ 2. Klik hieronder op de play-button om de gehele tekst in uw gekozen taal te laten voorlezen. Dezelfde knop kan ook gebruikt worden om het voorlezen te stoppen:
{Play}

Korte samenvatting over Staatmijn Maurits

In 1915 werd in Geleen begonnen met de aanleg van een mijn die zou uitgroeien tot de grootste mijn van West-Europa, de Staatsmijn Maurits. In 1926 opende de mijn haar poorten en in 1968 werd ze gesloten. Ze bestond maar iets meer dan 40 jaar, maar heeft de hele streek veranderd. Men begon eerst nog vrij primitief met houten stutten en hakbijlen. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dit in een hoog gemechaniseerd bedrijf, waar de kolen met kolenschaven werden gewonnen. Bovengronds veranderden de kleine dorpjes rond de mijn in welvarende plaatsen, met Geleen als centrum.

De periode tussen 1948 (de kroning van koningin Juliana) en 1973 (de eerste oliecrisis) wordt wel de "Gouden Kwart Eeuw" van Limburg genoemd. De mijnwerker werkte hard, woonde goed en dronk een stevig glas bier.

Toen gingen de mijnen dicht. De Maurits draaide met verlies, maar dit werd gecompenseerd door de bij het bedrijf horende chemische industrie. Er werd besloten om de steenkoolwinning versneld af te bouwen en te investeren in de chemie. In 1968 werd de Staatsmijn Maurits gesloten. DSM werd een chemisch bedrijf en leeft nu voort onder de naam Chemelot. De plek van de trotse Staatsmijn Maurits bij Geleen herinnert nauwelijks nog aan de ooit zo belangrijke mijn, de 'prins' van alle mijnen.


Statsmijn Maurits op een ansichtkaart, 1938

De Geschiedenis van Staatsmijn Maurits: De Trots van Geleen

De Staatsmijn Maurits, ooit de grootste en modernste mijn van West-Europa, was van grote invloed op de ontwikkeling van Geleen en de omliggende regio. Hoewel ze slechts iets meer dan vier decennia in gebruik was, heeft deze mijn een blijvende indruk achtergelaten op Limburg en haar inwoners. De opkomst en ondergang van deze mijn markeren een cruciale periode in de economische en sociale geschiedenis van Zuid-Limburg.

Het Begin: Van Plan naar Realiteit
In 1915 werd besloten tot de aanleg van Staatsmijn Maurits, vernoemd naar prins Maurits van Oranje, met als doel de rijke steenkoollagen van de Limburgse bodem te ontginnen. De Eerste Wereldoorlog had de vraag naar kolen in heel Europa flink doen toenemen, wat de oprichting van nieuwe mijnen noodzakelijk maakte. De aanleg van de Maurits-mijn was een ambitieus project dat uiteindelijk zou uitgroeien tot een van de grootste en technologisch meest geavanceerde mijnen van het continent.

Pas in 1926 opende de Staatsmijn Maurits officieel haar deuren. Dit betekende het begin van een economische bloeiperiode voor de regio Geleen en omstreken. De kleine dorpjes rond de mijn veranderden snel in welvarende gemeenschappen. De mijn trok duizenden werknemers van binnen en buiten Limburg aan, wat zorgde voor een demografische en economische transformatie van het gebied.

Video onder: in 1927 brengen koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana een bezoek aan Staatmijn Maurits.

 

Innovatie en Groei
In de beginjaren van de mijn was de technologie nog relatief eenvoudig. Houten stutten en hakbijlen waren aanvankelijk de gereedschappen waarmee de kolen werden gedolven. Maar na de Tweede Wereldoorlog onderging de mijn een radicale modernisering. De mijn werd volledig gemechaniseerd, met onder andere het gebruik van kolenschaven, wat de productiviteit sterk deed toenemen. De mijnen van Limburg werden symbool voor vooruitgang en industrialisatie.

De periode van 1948 tot 1973 wordt vaak de "Gouden Kwart Eeuw" van Limburg genoemd. Dit was een tijd waarin de mijnwerkers hard werkten, goed betaalden en een zekere mate van welvaart genoten. De huizenbouw bloeide, de sociale voorzieningen verbeterden, en Limburg groeide uit tot een welvarend deel van Nederland.

Staatsmijn Maurits Geleen

Sluiting en Transitie naar Chemische Industrie
Ondanks de successen op technologisch vlak en de economische voorspoed, begon de mijnindustrie in de jaren 60 zware verliezen te lijden. De internationale energiebehoeften veranderden en de steenkoolmarkt stond onder druk door de opkomst van olie en gas als belangrijkere energiebronnen. Hoewel Staatsmijn Maurits zelf met verlies draaide, hield de bijbehorende chemische industrie (een cruciale tak van DSM) het bedrijf overeind.

In 1965 kondigde de Nederlandse regering een versneld afbouwplan van de steenkoolwinning aan. Staatsmijn Maurits werd in 1968 definitief gesloten, als onderdeel van deze grootschalige afbouw van de Nederlandse mijnen. DSM, het bedrijf dat de mijnen exploiteerde, veranderde zijn focus van steenkool naar chemische productie. Dit markeerde het begin van de chemische industrie die nu bekend staat als Chemelot, een van de grootste industriële complexen van Nederland.

Erfenis van de Staatsmijn Maurits
Hoewel de mijn zelf allang verdwenen is, leeft het erfgoed van Staatsmijn Maurits nog steeds voort. Geleen en de omliggende dorpen zijn gevormd door de mijnbouwcultuur en de groei die de mijn met zich meebracht. Vandaag de dag herinnert weinig nog aan de eens zo machtige mijn, behalve enkele monumenten en de industriële bedrijvigheid van Chemelot, dat op dezelfde plek verder leeft.

De Staatsmijn Maurits heeft, ondanks haar korte bestaan, een onuitwisbare stempel gedrukt op de regio. Het is een symbool van zowel de industriële kracht van het verleden als de transformatie naar een moderne, op chemie gerichte economie. De mijnen mogen dan gesloten zijn, maar hun invloed op het landschap en de mensen van Zuid-Limburg zal altijd voelbaar blijven.

Foto onder: industriecomplex Chemelot, 800 hectare voor de chemische industrie, gelegen rondom het knooppunt Kerensheide van de rijkswegen A2 en A76 tussen Stein en Geleen.

Chemelot wikipedia 499c6563