De kastelen van Elsloo
- Afbeeldingen | Bron ©: Willem Pesch, Jean-Pierre Conaert, ooitaandemaas.be / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Historiehuis van de Maasvallei, Guus Peters
Luister hier naar de (verkorte) Nederlandse tekstversie van deze pagina.
+ 1. Maak hier uw keuze in welke andere taal u onderstaande tekst wilt lezen of beluisteren. Nederlands is de standaardtaal; die hoeft u niet te kiezen.
Het kasteel in de Maas
In 1947 zakte het peil van de Maas tot een dusdanig niveau dat het “oude slot” boven water kwam. Voor de bewoners van Elsloo en Kotem was dit geen verassing. Uit overlevering was men er van op de hoogte dat ooit de Maas veel westelijker had gelopen en waar nu de Maas loopt een kasteel en huizen hadden gelegen.
Lokale historici doken op het nieuws en speculeerden naar hartenlust over het verre verleden van de burcht en legden een link met het oude Ascloa, de Frankische palts waar de Noormannen hun kamp van maakten. Het was een voorzetting van de discussie die sedert 1929 de historici bezig hield. In dat jaar verklaarde de archeoloog Holwerda dat het beruchte Noormannenkamp niet in Elsloo maar in Asselt bij Roermond was geweest. Maar nu wist men het zeker; in de Maas lagen de restanten van het Noormannenkamp. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk waar het Noormannenkamp gelegen heeft.
Inmiddels raken steeds meer onderzoekers er van doordrongen dat men het kamp in het gebied van de gemeenten Stein en Maasmechelen moet zoeken. Het oude Ascloa was meer dan een dorp alleen.
Wie de eerste heren van Elsloo waren zijn niet bekend. Ook wat de oudste naam voor Elsloo was, is helemaal niet duidelijk. Ascloa ? Haslou ? De eerste vermelding van een kasteelheer dateert van 1108 als in een charter als getuige Arnulf de Hesloes optreed, welke vereenzelvigd wordt met Arnold van Elsloo. Hij moet toen ook over een hem passende zetel beschikt hebben, die wellicht nog verdere voorgangers gekend heeft.
Het bezit van een oude vrije Rijkheerlijkheid als Elsloo bracht status. Het eerste geslacht wat de naam “van Elsloo (in het frans D’Elsloo)” droeg was van heel oude adel en kwam niet voor uit minnestralen (dienaren van een vorst). We zien ook dat lagere edelen hun status (en die van hun nageslacht) trachten te verhogen door met dochters van de oude Elsloose adel te huwen.
Aan de oude burcht gekoppelde geslachten waren: van Elsloo, Born-Elsloo, Schoonvorst, en de Gavre. Als duidelijk wordt dat de burcht definitief in de Maas zal verdwijnen treft men voorbereidingen voor een heel nieuw kasteel. wordt. Na een lange voorbereiding, grond- en huizenaankoop etc. bouwt men in 1552 op een veilige plaats langs de Slakbeek een nieuwe watermolen en in 1601 een brouwerij. (“panhuys”). Tijdens de bouw hiervan hield men al rekening met een eventuele uitbreiding tot een kasteel. Hieruit is het huidige kasteel Elsloo voortgekomen.
Foto boven: de resten liggen precies op de grenslijn tussen Nederland en België (met dank aan www.ooitaandemaas.be) Klik op afbeeldingen voor vergroting.
Het nieuwe kasteel Elsloo
Gravin Olympe de Gavre trouwde in 1638 met graaf Nicolaas van Arberg (D’Arberg) de Valangin. Ze trouwden in Nivelle (Nijvel), ten zuiden van Brussel. De bruid stond bekend als zeer rijk. Zij had de Vrije Rijksheerlijkheid Elsloo geërfd. Het was dit echtpaar dat rond 1635 de nieuwe kasteelplaats uitbouwde tot een passende zetel voor de kasteelheer. De brouwerij werd omgebouwd tot een groot herenhuis en de watermolen (nu het oudste gedeelte van het kasteel) werd onderdeel van de overige dienstgebouwen.
De familie D’Arberg bleef tot 1818 eigenaar van het kasteel en de landerijen. Toen verkochten zij het aan graaf Charles de Geloes. Hij was geen gezagdrager meer, maar een rentenier. Hij gaf het complex meer cachet door de bouw van een toren en liet het kasteelpark in Engelse stijl aanleggen. Het geluk zat de familie echter niet mee. In 1835 brandden de dienstgebouwen af, maar deze werden herbouwd. In 1885 brandde het hoofdgebouw af. De familie was niet meer in staat dit te herbouwen en verkocht in 1887 kasteel en landgoed aan de familie Jurgens, margarinefabrikanten te Oss, de grondleggers van Unilever. Zij gebruikten het complex als buitenverblijf en verkochten het in 1960 aan de gemeente Elsloo. Het park werd openbaar en de dienstgebouwen van het kasteel werden verbouwd tot hotel-restaurant, welke functie het nog steeds heeft.
Momenteel is het complex en het park in bezit van de Stichting Limburgs Landschap.
+ Meer informatie over het nieuwe kasteel en haar bewoners ⇢
Het kasteelpark in Engelse stijl.